donderdag 30 augustus 2012

Mogelijke uitbreiding taken EduStandaard.


In de afgelopen zomermaanden heb ik me veel bezig gehouden met de toekomstige taakstelling van EduStandaard. Vanuit het programma ECK2 is het verzoek gekomen om te onderzoeken hoe de ECK afspraken beheerd moeten worden. In een vooronderzoek is EduStandaard vergeleken met tal van andere beheerorganisaties uit andere sectoren. Stap 2 bestaat nu uit een interviewronde waarin alle (beoogde) leden van de standaardisatieraad bezocht worden. Tijdens deze gesprekken staat de taakstelling van EduStandaard centraal en wordt ook de organisatiestructuur, de rechtsvorm en de financiering besproken.

EduStandaard is in zijn huidige nieuwe vorm nog geen jaar oud en toch zijn deze gesprekken zeer nuttig. Het geeft op een aantal gebieden duidelijk weer wat de ambities moeten zijn. Alle organisaties zijn het er bijvoorbeeld over eens dat het beheer van standaarden  beter georganiseerd  moet worden. Een aantal leden wil zelfs veel verder gaan en het beheer van de gehele infrastructuur verbeteren. Men wil bijvoorbeeld het inschrijfproces verbeteren, of de toegang en de distributie van digitale leermiddelen goed organiseren. Om deze vraagstukken op te lossen worden er standaarden en afspraken ontwikkeld, maar zijn er soms ook voorzieningen nodig die de keten in beweging brengen. De implementatie van dit geheel vraagt veel meer van een organisatie dan alleen de registratie en het beheer van een document. Het draait om het verkopen van de oplossing! EduStandaard moet daarom veel meer investeren in de kwaliteit van het beheer. Beheer is namelijk ook communicatie, implementatie ondersteuning en regie. Het BOMOS- model heeft ons dit al voorgeschreven, maar in het onderwijs hebben we deze taken nog niet goed belegd en bestaat er een discussie in hoever we hier nu feitelijk in moeten gaan.
De ambitie is er wel! Kennisnet wil middels de standaardisatieraad en het bureau EduStandaard deze taken uitvoeren, maar de vraag is hoe we het vertrouwen en de betrokkenheid kunnen vergroten van de andere publiek-private ketenpartners?

De reactie is al snel dat er een aparte stichting moet komen, maar de vraag is of we de uitdagingen die voor ons liggen kunnen oplossen door het creëren van nog meer structuur. SURF en Kennisnet hebben al een duidelijke taakstelling om het onderwijs te ondersteunen met standaarden en infrastructuur. Creëren we met nog een nieuwe stichting niet nog meer afstemmingsmomenten tussen de organisaties die er al zijn?

Een ander advies wat we opgehaald hebben in de gesprekken is dat er een duidelijk onderscheid kan worden gemaakt in de besturing van het beheer van afspraken en standaarden in de domeinen onderwijs en onderzoek. De doelen en de betrokken organisaties verschillen op een aantal niveaus en er kan ook vastgesteld worden dat de dynamiek anders is. Maar de taakstelling van het beheer van standaarden is in beide domeinen hetzelfde. Ook in het onderzoeks-domein wordt er gezocht naar een plek waar er gewerkt kan worden aan een implementatiestrategie die er voor moet zorgen dat standaarden beter en door meer organisaties geadopteerd worden.

30 Oktober wordt het advies besproken in de standaardisatieraad van EduStandaard en zullen de betrokken organisaties keuzes moeten maken hoe we verder gaan. Welke taken beleggen we bij EduStandaard? Hoe organiseren we meer regie? En hoe financieren we dit?

dinsdag 19 juni 2012

Van een open publieke keten naar een PPS.




De educatieve contentketen zoals we die vandaag de dag kennen, is een open keten. Hij bestaat uit open standaarden, afspraken en een aantal voorzieningen zoals Edurep en de Kennisnet federatie. Deze voorzieningen worden  gratis aangeboden door stichting Kennisnet. De infrastructuur die hierdoor is ontstaan, is in het afgelopen jaar aangevuld met een aantal private voorzieningen zoals ‘Directe Toegang’ en ‘Basispoort’. Ondanks al deze initiatieven ervaren veel onderwijsinstellingen een slecht functionerende en complexe markt waarin veel tijd geïnvesteerd moet worden om hun digitale leermiddelenmix te kunnen bestellen, betalen, toegankelijk te maken en te gebruiken. Het komt voor dat wachtwoorden niet werken of dat het materiaal niet klaar staat in de ELO. Ook de privacy wetgeving wordt niet door alle partijen netjes nageleefd.

Inmiddels weten onderwijsinstellingen met hulp van saMBO-ICT en Schoolinfo hun wensen steeds beter te formuleren. Door het beschrijven van deze wensen, doelstellingen, uitgangspunten en voorwaarden begint de onderwijssector een professionele klant te worden. Is dit het moment om een PPS aanpak in de educatieve contentketen uit te rollen? Een PPS is een publiek, private samenwerking. We zien dit soort samenwerkingen steeds meer in de bouw en de infrastructurele sector. Wegen, spoorlijnen, wijken en ook scholen worden steeds vaker gebouwd in een PPS. Het levert een efficiënte aanpak op en het bespaart in bijna alle gevallen geld.

Onderwijsinstellingen zullen nog steeds hun leermiddelen moeten aanbesteden of door hun studenten laten afnemen, maar de sector heeft wel een degelijke infrastructuur nodig om het materiaal vervolgens in hun eigen leeromgeving toegankelijk en bruikbaar aan te bieden. Juist deze infrastructuur zal met behulp van een PPS doorontwikkeld moeten worden.

Welke stappen moeten we als PPS gaan zetten?

Stap 1: Als eerste moeten we met elkaar een andere mindset creëren, een houding van samenwerken, vertrouwen en betrokkenheid. Ook moeten we werken aan ons creatieve vermogen en moet iedereen een stapje opzij kunnen doen.

Stap 2: We moeten onze visie, doelstellingen, uitgangspunten en randvoorwaarden beschrijven. Deze onderdelen leggen we vast in een afsprakenstelsel. Dit kennen we ook uit het initiatief E-herkenning en kan gezien worden als een mooi voorbeeld waarin een PPS begint te functioneren.

Stap 3: We stellen binnen de PPS een DBFMO-contract (Design, Build, Finance & Maintain) op. Hierin maken publieke en private partijen duidelijke afspraken over het ontwerp, de manier waarop het gebouwd wordt, de financiën, het onderhoud en het beheer. Het is zeer verstandig om per voorziening dit soort contracten af te sluiten. Als PPS wil je met elkaar de keten kunnen besturen. De bedrijfsprocessen hebben veel afhankelijkheden met elkaar maar moeten in een aantal gevallen onafhankelijk beheerd kunnen worden.

We zijn het gesprek al begonnen. Nu de uitwerking nog…

woensdag 25 januari 2012

Nog een ecosysteem?


Onlangs heb ik het boek Plastic Panda’s gelezen van Bas Haring. Een filosoof die zichzelf afvraagt wat nu de waarde van de natuur precies is. Die waarde is natuurlijk enorm, maar hoe divers kan en moet het eigenlijk zijn? Zijn conclusie is dat een ecosysteem niet valt of staat met het aantal soorten dat erin leven. Terwijl we in ons dagelijks natuurbeleid er vaak voor willen zorgen dat echt alle diersoorten kunnen overleven. Het liefst moet elk soort visje, grassprietje, vogeltje blijven bestaan. Dit kan alleen als we een gezond ecosysteem creëren en onderhouden. Binnen zo’n gezonde omgeving kan iedereen z’n ding doen en is er precies voldoende voedsel zodat elk soort kan blijven leven. Alleen zit de wereld helaas niet zo in elkaar. Als er een soort veel sterker is dan de ander, dan verliest het zwakke soort terrein. Is de conclusie van Bas.

Binnen de educatieve contentketen creëren we ook een soort ecosysteem. Dit doen we door open standaarden te ontwikkelen en door het aanbieden van neutrale (gratis) voorzieningen die er voor zorgen dat producten en diensten van verschillende aanbieders met elkaar kunnen communiceren. De gedachte is dat alle vissen in de vijver kunnen profiteren en dat zowel de grote als de kleine vissen hun producten en diensten makkelijker en vaak goedkoper kunnen aanbieden. Publieke en private partijen maken steeds meer gebruik van dit ecosysteem. Het aanbod wordt steeds transparanter en consumenten ervaren hierdoor dat er meer keus is.

En toen lanceerde Apple vorige week het nieuwe iBooks author en de nieuwe versie van iTunes U. Ik stelde me de vraag; Is ons ecosysteem binnen de ECK in gevaar? Apple wil al zijn gebruikers de mogelijkheid bieden om zelfstandig een boek te schrijven, vorm te geven, te publiceren en te distribueren. iBooks is een gratis applicatie waarmee je met een beetje Powerpoint ervaring al heel ver komt. Bijna allemaal te mooi om waar te zijn, maar Apple wil wel dat deze mooie creaties alleen verkocht worden via hun eigen iBook store. De gekozen e-pub standaard is net weer op een paar punten aangepast, zodat het alleen op een i-pad afgespeeld kan worden. Ze verwachten dus eigenlijk dat alle visjes in de vijver overstappen naar de Apple vijver. Apple maakt het namelijk ook juridisch onmogelijk om zowel een boek te verkopen in de iBook store als in bijvoorbeeld de Amazone shop of Bol.com, tenminste als je, je creatie in iBooks hebt gemaakt. Het is allemaal juridisch weer een beetje vaag. (zie ook) Ik vraag me daarom af of het product binnen de Nederlandse markt kan slagen? Dit is sterk afhankelijk van de keuzes van onze auteurs en uitgeverijen. Engelstalige boeken worden nu wel al aangeboden voor scherpe prijzen! De vraag is dus welke vissen in de vijver springen en hoe snel ze voedsel kunnen vinden onder de i-pad gebruikers. ;-)

Voor het gebruik van I tunes U heb je geen Apple product nodig, het werkt namelijk ook op een PC. In drie jaar tijd zijn er al meer dan 300 miljoen downloads geregistreerd en hebben 800 universiteiten een iTunes U-site waarvan bekend is dat de helft materiaal upload. Je kunt je gratis abonneren op verschillende vakken en domeinen en krijgt rijke arrangementen voorgeschoteld van boeken, artikelen, video’s en colleges. Voor het HO en WO is de dienst nu al fantastisch. Voor het PO, VO en MBO is er nog weinig content op het gewenste niveau. Maar wat er nog niet is kan natuurlijk komen. iTunes U richt zich in ieder geval meer op de open content.

Apple wil een rol spelen in het ecosysteem ‘educatieve content’ en doet dit zoals we dat gewend zijn met een krachtige combinatie van hardware en software. Helaas wel met een andere set standaarden, dan die we gewend zijn. Bas Haring zou denk ik zeggen; ‘Alleen de sterke soorten binnen een ecosysteem zullen overleven, maar hoeveel ecosystemen kunnen er ook binnen een sector blijven bestaan? Weet u al in welke vijver u gaat zwemmen?