woensdag 29 april 2009

infobladen over leermiddelenbeleid


Het programma leermiddelenbeleid, een project van de VO-Raad publiceert infobladen over het arrangeren van leermiddelen en het leermiddelenbeleid. Ik heb in het beginstadium van de ontwikkeling van deze set infobladen nog meegewerkt, dus ik was nieuwsgierig en uiteindelijk verrast door het eindresultaat.

Over het algemeen denk ik dat er veel docenten zijn voor wie deze infobladen nuttig kunnen zijn. Er zitten veel handige tips en trucs in en de vormgeving is erg aansprekend. Opvallend is alleen dat de infobladen zich in eerste instantie richten op folio materiaal en niet op het arrangeren van digitaal materiaal. Mijn tweede advies zou zijn om een infoblad over het beschikbaar stellen van gearrangeerd materiaal toe te voegen. Wanneer docenten zelf gaan ontwikkelen/arrangeren en ze houden rekening met auteursrecht, dan is de volgende logische stap dat ze leren hoe ze het materiaal kunnen delen met hun collega's.


Wat bieden de infobladen?

De infobladen bestaan uit een set van negen. De nummering loopt overigens tot tien, dus het lijkt alsof infoblad zes nog op zich laat wachten. Infobladen één en twee gaan over de competenties van de docent. Prima infobladen waarin een docent of school zichzelf kan toetsen in het ontwikkelen en gebruiken van arrangementen.

Nummer drie beschrijft wat een arrangement is en wat niet. Ik mis hier een duidelijke beschrijving van het verschil tussen ontwikkelen en arrangeren van leermateriaal.

Nummer vier beschrijft waarom docenten zelf leermateriaal ontwikkelen. De vijf categorieën die ze hier beschrijven zijn compleet en erg herkenbaar. Er is ook een niveau indeling gemaakt van klein naar groot en van eenvoudig naar complex. Deze indeling lijkt erg veel op de aggregatieniveau omschrijving, maar er is een niveau toegevoegd. Persoonlijk vind ik het jammer dat de indeling van EduStandaard niet is overgenomen, aangezien deze indeling ook gebruikt wordt voor het metadateren van leerarrangementen.

Infoblad vijf beschrijft het ontwikkelproces in 12 fasen. Een nuttig stappenplan waarin veel tips gegeven worden.

Infoblad zeven (zes ontbreekt) gaat over het auteursrecht. Een duidelijke omschrijving van wat wel en niet mag. Ik mis alleen informatie over de creative commons licenties.

Infoblad acht geeft tips en uitleg over de vorm van het leermateriaal. Belangrijkste les is dat er vier soorten informatie gebruikt worden bij het arrangeren, namelijk; navigatie, theorie, opdrachten en bronnen.

Infobladen negen en tien informeren de schoolleiding over de kosten en baten van het arrangeren van leermateriaal. Duidelijke modellen die laten zien dat er een balans gevonden moeten worden tussen en kopen en arrangeren/ontwikkelen van leermateriaal.

De infobladen zijn onder cc-by-nc-nd licentie gepubliceerd. Kortom we mogen de teksten en plaatjes kopiëren en verspreiden mits we de naam vermelden, er geen geld aan verdienen en er geen afgeleide werken van maken.

maandag 20 april 2009

Interoperabiliteit is cruciaal voor de verdere ICT ontwikkeling in het onderwijs



Saltis publiceerde dit jaar de brochure "Supporting Interoperable Learning Technology" Een publicatie die door elke ICT manager in het onderwijs gelezen zou moeten worden. Er wordt beschreven wat interoperabiliteit is en hoe we het moeten toepassen in het onderwijs.

Met interoperabiliteit wordt het vermogen van producten, systemen of zakelijke processen bedoeld om samen een bepaalde gemeenschappelijke taak te vervullen. In het geval van computersystemen is interoperabiliteit van groot belang om de uitwisseling van data tussen verschillende systemen mogelijk te maken. Zo is software eigenlijk alleen maar nuttig, wanneer we data met anderen kunnen delen. Je hebt bijvoorbeeld niks aan een tekstverwerker als je hem niet kunt laten praten met een printer.

De brochure beschrijft drie type technische interoperabiliteit. Zo bestaat er horizontale en verticale interoperabiliteit, runtime interoperabiliteit en point to point interoperabiliteit. Vormen die ook makkelijk te vertalen zijn naar Nederlandse initiatieven zoals BRON, ELD en EduRep.

Wanneer er gekozen moet worden voor nieuwe software, dan zijn er altijd een aantal punten waar we op moeten letten die betrekking hebben op interoperabiliteit, namelijk.

  • Welke type data ga ik ontwikkelen en/of bewerken in de software.
  • In welke andere systemen maak ik gebruik van deze gegevens.
  • Kan ik een export maken van de gegevens in een veel voorkomend format (open standaard) Ik wil namelijk makkelijk kunnen over stappen van systeem.
  • Maakt de software gebruik van andere software of plug-ins. Zijn er onvoorziene kosten.

In het tweede deel van de brochure wordt het onderwerp uitwisseling van digitaal leermateriaal behandelt. Ik maar ook de schrijvers van deze brochure verwachten een explosie aan digitaal leermateriaal. Individuen, community's, scholen, uitgeverijen, kenniscentra en musea zullen allemaal bijdragen aan de enorme ontwikkeling van digitaal leermateriaal. Vastgesteld wordt dat digitaal leermateriaal meer is dan alleen content. Digitaal leermateriaal bevat namelijk een leerlijn, een structuur en in veel gevallen gebruikt het materiaal ook een platform of een eigen afspeelomgeving. Juist omdat digitaal leermateriaal meer functionaliteit bevat dan de gemiddelde content is het van groot belang dat er specifieke standaarden ontwikkeld en gebruikt worden. Open standaarden zorgen voor flexibiliteit. Als leverancier kun je het niet meer permitteren om afhankelijk te zijn van een select aantal systemen waar leermateriaal mee uitgewisseld kan worden.

In Nederland gebruiken we een set afspraken die beheerd worden door EduStandaard. Deze afspraken zijn ontwikkeld op basis van internationale standaarden zoals SCORM 1.4 (2004) en IEEE-LOM. De brochure geeft een overzicht van alle internationale standaardisatie organisaties die een rol hebben in het uitwisselen van digitaal leermateriaal. Interessant om te zien dat de schrijvers verwachten dat Common Cartridge en de nieuwe SCORM 2.0 de markt zullen domineren in 2010. Wat betekend dit voor Nederland? 19 mei organiseert Kennisnet, XML user groep en Daidalos een seminar over Common Cartridge. Er is ook een infoblad geschreven wat de verschillen tussen de Nederlandse afspraken en Common Cartrdige beschrijft. Wanneer we niks doen staan we stil, dus ik verwacht een interessante periode waarin keuzes gemaakt zullen moeten worden.

Het hoofdstuk "What needs to be done" richt zich op de UK. Toch is het goed om te lezen dat we elkaar niet ver ontlopen. Ook hier liggen de korte termijn aandachtsgebieden bij het inpakken van leermateriaal volgens de scorm runtime 1.3 (SCORM 2004). Ook hier is/was het plan om een toepassingsprofiel te ontwikkelen voor QTI 2.1. En ook de UK is druk bezig met het op orde krijgen van de verschillende vocabulaire lijsten.

Veel leesplezier ;-)

QTI 2.1weer in beweging

24 maart werden we allemaal verrast door het bericht van IMS. De draft versie van QTI 2.1 werd teruggetrokken. De specificatie voldoet niet aan de eisen en er waren te weinig partijen die feedback gaven op de specificatie. Er werd vermeld dat er een nieuw ontwikkel traject opgestart zou worden. Iedereen was gewaarschuwd. De nieuwe versie zou niet vergelijkbaar zijn met de 2.1 versie.

Nu lijken er toch weer wijzigingen. Kennisnet en Surffoundation en ik verwacht ook andere leden van IMS hebben via verschillende kanalen laten weten dat er juist ontzettend veel partijen aan het werk zijn met de QTI versie 2.1. Het lijkt erop dat dit geresulteerd heeft in een nieuwe aanpak van IMS.

Het bericht is nu dat de afspraak incompleet is en dat er een nieuwe werkgroep gestart zal worden onder leiding van Mark McKell. Alle leveranciers en participanten worden gevraagd te reageren. Wij zullen in ieder geval de lijnen kort houden met IMS.


vrijdag 17 april 2009

Het project digitaal toetsen stopt met de ontwikkeling Toepassingsprofiel QTI2.1


14 april hebben we helaas geen startbijeenkomst georganiseerd, maar een informatieve sessie waarin Kennisnet en Surffoundation het veld informeerde over de huidige status van de IMS specificatie QTI 2.1. Deze specificatie is namelijk onverwacht door IMS GLC teruggetrokken. De specificatie was al een aantal jaar als draft versie beschikbaar en iedereen verwachte dat hij dit jaar als Final opgenomen zou worden. Toch heeft IMS om verschillende redenen de specificatie teruggetrokken. Zie ook IMS website

Tijdens de bijeenkomst hebben we met de aanwezige een waardevolle discussie gehouden over de voortgang van het project. Hoofdvraag was. Wat kunnen Kennisnet en Surf doen om het Nederlandse veld op de juiste manier te bedienen wanneer het gaat om de uitwisseling (interoperabiliteit) van toetsmateriaal? Blijven we doorgaan met het gebruik van QTI 2.1? Blijven we wachten op IMS totdat er een nieuwe versie is of gaan we zelf aan de slag?

De resultaten van de middag staan beschreven in het verslag.

donderdag 9 april 2009

HO en WO kiest CC licentie


Surfdirect (expertise community “digitale rechten”) publiceert in samenwerking met Creative Commons Nederland het onderzoek “Hergebruik van materiaal in onderwijs- en onderzoeksomgevingen”. Het onderzoek heeft als doel te komen tot een aanbeveling voor een licentie, die gebruikt kan worden voor het delen van onderwijs- en onderzoeksmateriaal. Uit het onderzoek blijkt dat het onderwijsveld wel wil delen, maar dat op dit moment de richtlijnen ontbreken.


Internationaal zijn er verschillende initiatieven die de vrije toegang voor onderzoeksmateriaal met behulp van standaardisatie willen bewerkstelligen. Voorbeelden zijn het Berlin Declaration on Open Acces, Cape Town Open Education Declaration en het Science Commons Protocol for Implementing Open Acces Data. Deze standaarden beschrijven de minimum vereisten waaraan een licentie zou moeten voldoen. De populaire en veelvoorkomende Creative Commons licenties voldoen aan deze internationale richtlijnen. Een ander groot voordeel is dat de CC licenties zijn aangepast aan de Nederlandse wetgeving. Maar welke van de zes is nu het meest geschikt om aan te bevelen aan het onderwijs?


De aanbeveling van het onderzoek.

De licentie moet goed aansluiten op de reeds ontwikkelde licenties, de Licentie tot Publiceren en de Licentie tot Deponeren eerder ontwikkeld door Surfdirect. De licentie moet ook geen hindernissen opwerpen voor het gebruik van repositories en voor eventuele toekomstige diensten die onderwijs en onderzoeksmaterialen zullen delen. Er is daarom gekozen voor de meest liberale cc licentie namelijk: "Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederland Licentie". Onder deze licentie mag een gebruiker het materiaal kopiëren, verspreiden, afgeleide werken maken en distribueren onder voorwaarde van naamsvermelding.


Het onderzoek is goed leesbaar en persoonlijk ben ik erg blij met de aanbeveling. Ik stel nu al voor dat ook het PO, VO en MBO deze licentie gaat gebruiken. Het Wikiwijs project zal dit in in ieder geval moeten doen. ;-)

woensdag 1 april 2009

Cursus ECK Standaarden


Op 31 maart heb ik in samenwerking met mijn collega's Jeroen Hamers en Jos van der Arend een korte cursus verzorgt over de EduStandaard afspraken binnen de ECK (educatieve contentketen). Vooraf aan het EduExchange congres 2008 organiseerde we ook twee cursusdagen voor het veld, maar nu was er een duidelijke behoefte bij het Kennisnet personeel om geschoold te worden. Het gebruik van open standaarden speelt namelijk in steeds meer ICT projecten in het onderwijs een grote rol. Aangezien de meeste Kennisnetters beschikken over een basiskennis omtrent standaarden en de ECK. Hebben we gekozen voor een verdiepingscursus van twee uur. In deze cursus behandelen we de volgende afspraken.
  • CZP (content-zoekprofiel)
  • VDEX(vocabulaire definitie)
  • CP (content packaging)
  • OAI-PMH (harvesting)
  • SRU/SRW (opvragen metadata)
  • Runtime (afspelen)

Klik hier om de slides te bekijken.

Kennisnet biedt deze cursus ook extern aan. Onderwijsinstellingen, uitgeverijen en software leveranciers die interesse hebben kunnen contact met me opnemen ;-)